dinsdag, februari 07, 2006

I moved...

... to another website, that I hope to finish soon:

klik hier!

woensdag, december 14, 2005

Ethiek in het aanschijn van de crematoria

Wat is de dood eigenlijk waard in het licht van Auschwitz? Paul Steinberg vertelt in zijn relaas over het kamp dat hij na de bevrijding nooit meer in staat was tot respect, medelijden of zelfs maar aanwezigheid (op begrafenissen) met betrekking tot de doden. De dood werd door Auschwitz niets meer dan een futiliteit. Het lijden en de stank van de lijken maakten in die mate deel uit van het dagelijkse leven zodat enige koppeling tussen moraliteit en individu verdween. Leven bestaat op zo’n moment uit weinig meer dan over-leven. En dat is wat Steinberg instinctief zeer snel leerde te begrijpen nadat hij in een beestenwagon het kamp was binnengereden.
Eerder in zijn boek had Steinberg (naar wie Primo Levi nog verwezen heeft in zijn boek “Is dit een mens?”) aangegeven dat eerst het gevoel, nadien het denken en tenslotte de mens zelf het moeten afleggen in de waanzin van het concentratiekamp. Wie dan nog het geluk kende te kunnen overleven, kwam niet zelden thuis in een samenleving die niet meer de zijne was. Voordien uitgespuwd, verworpen en (bijna) vernietigd, nadien terug het moeizame eten, de reis terug naar verloren vrienden en familieleden. Maar ook misschien een reis terug naar de samenleving die zichzelf van haar meest hardvochtige zijde heeft laten zien. Probeer in zo’n situatie maar eens met vertrouwen je eigen leven opnieuw op te pakken.
Het is best cynisch om te beseffen dat er uiteindelijk geen keuze meer overblijft. Na de bijna-doodervaring ontstaat er een nieuw soort van levensdrang, al kan ik me moeilijk inbeelden hoe zo’n drang er in die specifieke situatie uitziet. Langs de ene kant maar nipt een overlever, maar anderzijds ook heel erg dood. Waar vindt zo iemand nog een plaats?
Aan de oppervlakte gaat het leven uiteindelijk gewoon verder, maar Levi’s zelfmoord tientallen jaren na zijn bevrijding doet vermoeden dat de eenzaamheid van het kamp uiteindelijk toch het pleit wint. Ook Steinberg zelf geeft de indruk dat hij tijdens het schrijven van zijn zeer leesbare boek de totale onzin van het hier en nu besefte. Hoe kan het ook anders, als het verleden terug naar het heden wordt gesommeerd, in de hoop dat de toekomst bespaard blijft van dezelfde feiten. Wat is nog de zin van Hans Memling en het Lam Gods, twee iconen die door Steinberg werden bezocht tijdens het schrijven van zijn boek? In het licht van Auschwitz blijkt het leven evenveel waard als de dood.

Paul Steinberg: Bokswedstrijd. Overleven in Auschwitz. Wereldbibliotheek 2001

donderdag, oktober 27, 2005

De moeite waard om te lezen
(uit Deaf Way II Anthology, 2000)

Solo Dining While Growing Up


When my family sat down at the dinner table

There was always
a lot to eat from corner to corner

There was always conversation
between forks and spoons

There was always conversation
between glasses and cups

There was always conversation
between napkins

There were always
empty plates and empty bowls

But the knife that laid between them all-
from mouth to ear-
from mouth to eye-

cut me off.

-Curtis Robbins-

dinsdag, oktober 11, 2005

Het is druk geweest...

...maar binnenkort komen de pennenvruchten terug.

Yours sincerely,

Max

zaterdag, juli 16, 2005

het verleden van een huis

Deze muren, het geheugen waar dit huis in woont,
het spel van flauw behangsel op de keukendeur.
De hond ligt aan het raam. De zon verdwijnt.
Hoeveel levens werden hier als kind verschoond?

Deze houten vloeren kraken. De schemer valt
bij elk geluid een beetje meer. Mijn ritme als de tijd
van generaties. Hoeveel zonen hebben hier
hun vaders beschaamd?

Het dak hield nacht en ontij tegen. De ramen
keken op de regen neer. Daar zit ik dan.
Geslagen en vermoeid. Het verleden
vult de kamers met geesten. Wie hier ooit was,
is nu weer hier.
Ooit ben ik deel van hen die vroeger waren.


Max, 15/07/2005

zaterdag, juli 09, 2005

Requiem

Het heeft een dikke maand geduurd voordat ik weer de pen heb opgepakt. Eerst waren er examens (niet dat ik veel gedaan heb, maar soit, mijn diploma is alleszins binnen), ergens tussen deze hersenbrekende uren door kwam mijn vriendin voltijds het bed met me delen. Nu ja, volnachts, toch, want overdag hebben we wel wat beters te doen. De volledige X-files-series op DVD bekijken, bijvoorbeeld. Ik amuseer me er dik mee, al druipt het jeugdsentiment wel eens veel erg van de schermen. Of beeld ik mij dat alleen maar in, en creeër ik dat waanidee? Alleszins, het is leuk kijken.

Minder leuk was dit: de voorbije vier dagen heb ik drie doden gezien. Al is "doden" nogal een relatief begrip in dezes: ik zag ook dode muggen, vliegen en een platgereden kikker. Maar hier gaat het over twee paarden en een kind (waarom rekenen we een paard wel als "dood" in ons volle besef, en zoveel andere dieren niet?). Alledrie slachtoffer van een trein. Eén paard werd overreden door mijn eigen trein Mechelen-Gent, en diens maatje (of was het zijn vriendin?) nadien geëlectrocuteerd door de stroom die door de machinist op de sporen werd gelegd. Voor de veiligheid, zeker? Maar de twee paarden op een vijftal meter van je zien liggen, terwijl het ene paard een dikke minuut voordien nog voorbij mijn raam was gelopen...

Een paar dagen later was ik gehaast. Op tijd ergens moeten zijn, je kent het wel. En die trein bleef maar staan. Eerst in het station, dan in het midden van niks. En er zijn in België niet veel plaatsen waar er echt "niks" lijkt te zijn. Dan zet de trein zich opnieuw in beweging. Een zwaailicht is een voorbode van wat gaat komen. Dan nog één, nog één en nog één... het wordt snel duidelijk dat er iets ernstigs is gebeurd... nog half onbewust van dat besef, zag elke reiziger in de trein opeens het witte doek. Met daaronder een lichaam waarvan de contouren verraadden dat het een kind is van een jaar of tien.

Hij of zij zal altijd tien blijven. Omwille van een verloren bal? Een stoer spelletje onder vrienden? Ik denk aan de ouders, en wens ze sterkte.

Max

dinsdag, juni 07, 2005

TaTToo or not TaTToo?

Er moet me iets van het hart. Ik zit nu al een paar maanden (of neen, eigenlijk een paar jaar, maar de laatste maanden begint het gepieker wel onrustwekkende proporties aan te nemen) te twijfelen of ik al dan niet een tattoo zou nemen. Ik ben er vrij zeker van dat enkele van de lezers van deze blog, en dan vooral een behoorlijk deel van de lezers die me persoonlijk kennen, bij het horen van deze nieuwe informatie achterovervallen. Of nu tenminste toch met hun mond open naar het scherm zitten te staren. Of er al dan niet een zekere massa vocht uit komt, wil ik niet geweten hebben.

Ja, mensen, ik geef het toe. Ik zoek al een hele lange tijd naar een afbeelding van een uil om zo ongeveer (maar niet volledig) in het midden van mijn rug, bijna ter hoogte van de nek, te laten tatoeëren. Waarom een uil? Dit dier wordt binnen de wijsbegeerte gelinkt aan de Griekse Godin Minerva, ook wel Pallas Athene genoemd.

Maar, bangerik als ik ben, vraag ik me daarbij ook altijd opnieuw af wat mijn ouders daarvan zouden denken. Freud zou wel raad weten met zijn pseudo-wetenschap om deze angst te verklaren. Anderzijds: over de meeste van mijn vrienden maak ik me niet echt zorgen: ze moeten me maar nemen zoals ik ben. Over mijn vriendin al helemaal niet, want die heeft er al één. En nog een heel erg mooie ook. Ze heeft zelfs een gat in haar navel. Of net erboven, maakt niet uit.

Soit, ik blijf piekeren. Maar als mensen tussendoor toevallig een zeer mooie afbeelding van een uil tegenkomen, mogen ze hem altijd aan mij doorgeven.

Tot dan zoek ik verder.

Max